Vrouwen praten er niet veel over met hun collega’s en al helemaal niet met hun leidinggevende. Maar het is er wel degelijk: de overgang. En het heeft meer invloed dan veel werkgevers denken. Bij maar liefst 55% van de vrouwelijke medewerkers in de overgang hebben de bijbehorende klachten invloed op het werk: op de stemming, productiviteit en uitval. De cijfers liegen er niet om.
16% van alle vrouwelijke medewerkers in Nederland is in de overgang. Dat zijn 315.000 vrouwen tussen de 40 en 60 jaar. Ter vergelijking: de stad Utrecht heeft 360.000 inwoners. Van deze vrouwen heeft maar liefst 80% soms of regelmatig last van overgangsklachten. Dit zijn 251.000 vrouwelijke medewerkers in Nederland. Dat is één van de bevindingen van een onderzoek dat TNO met het CBS heeft uitgevoerd (2021).
Fysieke klachten
Van de vrouwelijke medewerkers die in de overgang zijn, functioneert 36% minder goed door bijvoorbeeld (Bron TNO):
- Pijn
- Vermoeidheid
- Concentratieproblemen
Daarbij komt 31% van de vrouwelijke medewerkers in de overgang soms in ongemakkelijke situaties, door bijvoorbeeld (Bron TNO):
- Opvliegers
- Doorlekken
- Stemmingswisselingen
Psychische klachten
Met de stemmingswisselingen op de werkvloer, komen we bij de mentale kant van de overgang. Deze wordt vaak verkeerd gelezen door vrouwen zelf, maar ook artsen stellen veelal een verkeerde diagnose. Zo heeft in totaal 65% van werknemers die soms of regelmatig overgangsklachten die worden geïnterpreteerd als burn-outklachten.
Verminderde inzetbaarheid
Behalve de vervelende gevolgen voor de werknemer zelf, heeft de overgang natuurlijk ook gevolgen voor de werkgever. De inzetbaarheid van vrouwen in de overgang daalt namelijk aanzienlijk. Zij scoren slechter op (Bron: TNO en CBS):
- het kunnen voldoen aan de fysieke werkeisen (tot 6,5 x grotere kans)
- het kunnen voldoen aan de psychische werkeisen (tot 3,5 x grotere kans)
- goed werkvermogen
- burn-outklachten (tot 5 x grotere kans)
- algemene gezondheid (tot 4 x grotere kans)
- ziekteverzuim (46% vergeleken met 32% bij vrouwen zonder overgangsklachten)
Percentage dat voldoet aan de fysieke eisen die het werk stelt:
- 96% van vrouwelijke werknemers zonder overgangsklachten
- 92% van vrouwelijke werknemers die soms last hebben van overgangsklachten
- 77% van vrouwelijke werknemers die regelmatig last hebben van overgangsklachten
Onbespreekbaar
Op de overgang rust nog vaak een taboe. Vrouwen schamen zich ervoor of willen niet toegeven dat de zweetaanvallen opvliegers zijn. Vergeetachtigheid wordt vaak angstvallig verzwegen, omdat het invloed heeft op het functioneren. Daar komen vaak angstaanvallen bij, die het nog complexer maken op de werkvloer. TNO concludeert dat 65% van de vrouwelijke werknemers van wie de klachten invloed hebben op hun werk, dit daar met iemand bespreekt.
Met wie bespreken vrouwen die regelmatig overgangsklachten hebben hun situatie dan?
- 60% met enkele collega’s
- 10% met veel collega’s
- 19% met hun leidinggevende
- 3% met de bedrijfsarts
- 1% andere professional
Van de vrouwen die soms klachten hebben, bespreekt zelfs slechts 8% dit met de leidinggevende.
Wens om meer ondersteuning
Praten over en rekening houden met de vrouwelijke medewerkers die in de overgang zijn, kan de situatie sterk verbeteren. De wens om ondersteuning, blijkt ook wel uit het onderzoek van TNO. Dat concludeert dat 57% van de vrouwelijke werknemers van wie de klachten invloed hebben op hun werk, meer ondersteuning zouden willen.
Van wie zouden vrouwen die regelmatig overgangsklachten hebben, meer ondersteuning willen?
- 14% van collega’s
- 38% van hun leidinggevende (!)
- 15% van de bedrijfsarts
- 29% van andere professionals
Ondersteuning voorkomt ellende
Onvoldoende ondersteuning van medewerkers die vaak last hebben van overgangsklachten, kan bijdragen aan de ongunstige resultaten op hun werk. Dat concludeert het RIVM in het rapport ‘Werken en de overgang‘ (2022).
RIVM: Vrouwen met veel overgangsklachten vs. vrouwen met geen of weinig klachten:
- Verzuimen 2 x zo vaak (29% vs. 14%)
- Melden een lagere productiviteit (7,0 vs. 8,1 punten op een schaal van 1-10)
- Hebben een hogere herstelbehoefte na een werkdag (53% vs. 12%)
- Zijn vaker ontevreden met hun werk (7% vs. 2%)
- En zij verwachten dat ze minder lang kunnen doorwerken dan de pensioengerechtigde leeftijd (32% vs. 13%)
Verzuim
Het CBS registreerde voor 2013 het ziekteverzuim met als conclusie (Bron: CBS):
- Het ziekteverzuim bij vrouwen van 45-55 is hoger dan bij mannen: 5,0% vs. 3,8%
- De verzuimduur bij vrouwen van 45-55 is langer dan bij mannen: gemiddeld 8,2 dagen vs. 7,7 dagen
De impact voor de werkgever
Verzuimkosten:
- Kosten van een ziektedag voor iemand met een modaal inkomen: gemiddeld €260
- Totale kosten van verzuim door vrouwen van 44-55 jaar gerelateerd aan de overgang in Nederland in 2019: €654 miljoen per jaar
- Daarbij komt nog een gemiddeld productiviteitsverlies per medewerker: 10,9% per uur (Bron: Journal of Occupational and Environmental Medicine)
Herkennen en erkennen
“Wat heeft die een kort lontje zeg!” of “Wat is ze warrig.” en “Nee, doe het raam maar niet open. Ik heb het al zo koud.” Het zijn een paar opmerkingen die vrouwen in de overgang krijgen van hun collega’s. Er is dus meer dan genoeg reden om serieus aandacht en tijd te besteden aan de overgang. Het kan veel verbeteren voor de medewerkers en daarmee ook voor de collega’s en de werkgevers.
Bron: Vuurvrouw, de belangenvereniging voor vrouwen in de overgang.