Als je toch je gewicht wil meten, is het belangrijk om dit op de juiste manier te doen. Meestal zien mensen die starten met sporten en meer op hun voeding gaan letten, na vier weken nog geen resultaat in hun gewicht. Ze stoppen acuut.

De invloed van vocht

De schommelingen in je gewicht kunnen te maken hebben met vochtschommelingen in je lichaam. Heb je vandaag veel gesport, veel gezweet en heb je het vocht niet goed aangevuld, dan is de kans groot dat je morgen lichter bent. Ga je vanavond uitgebreid uit eten en drink je daarbij een paar wijntjes? Dan ben je waarschijnlijk morgenochtend zwaarder dan vanochtend, vanwege het zout en het vocht dat je daardoor vasthoudt.

Kies vaste omstandigheden

Als je er toch voor kiest om alleen naar je gewicht te kijken, kies dan vaste weegomstandigheden. Weeg je bijvoorbeeld standaard in de ochtend, na het plassen, maar voor het ontbijt en voordat je voor je stoelgang naar de wc gaat. En het liefst ook zonder of in dezelfde kleding. Zo krijg je een minder vertekend beeld van je gewicht. Merk je dat je het wegen onprettig of demotiverend vindt? Weeg dan nog minder vaak of zet de weegschaal een poosje weg.

Aankomen en toch afslanken

Vergeet niet dat je met sporten spiermassa aanmaakt en dat spieren zwaarder zijn dan vet. Daardoor kun je een poosje hetzelfde gewicht of zelfs een hoger gewicht hebben, maar hierbij al wel een lager vetpercentage hebben bereikt dan voordat je begon met trainen. Dus niet getreurd, want meer spiermassa zorgt ook voor een snellere verbranding.

Meet je buikomtrek

Heb je het gevoel dat er van alles in je lichaam gebeurt, maar zie je het nog niet terug op de weegschaal? Pak er dan een meetlint bij. Meet wekelijks of om de week de omtrek van je middel, bovenbenen en bovenarmen. Grote kans dat je al een verschil ziet!

Geloof in jezelf

En misschien nog belangrijker: Blijf geloven in jezelf. Je bent sowieso hartstikke goed bezig door voldoende te bewegen en gezond te eten.