Seks is een veel besproken onderwerp, maar tegelijkertijd is het ook bij veel mensen een taboe. Daardoor ontstaan missconcepties heel gemakkelijk. Dus wat zijn nou echt mythes als het gaat over seks?
1. Voorspel is maar een aanloopje
Wat verstaan we onder ‘voorspel’? Vaak denken mensen dat het gaat over alles wat vóór de ‘echte seks’ komt. Maar deze kijk op voorspel is om meerdere redenen problematisch.
Ten eerste gaat deze interpretatie ervanuit dat elke vrijpartij penetratie moet bevatten. En dat dát het hoogtepunt moet zijn. Dat gaat natuurlijk lang niet altijd op.
Allereerst omdat er lang niet altijd sprake is van man-vrouw. Maar ook in een heteroseksuele relatie hoeft er geen penetratie plaats te vinden. Dat seks niet ‘af’ is als er geen penetratie (of zelfs klaarkomen) bij komt kijken, is dus helemaal niet waar. Voorspel op deze manier impliceert bovendien dat andere seksuele handelingen alleen maar de aanloop zijn en geen fantastische handelingen op zichzelf, en ook dat is niet waar.
2. Mannen komen makkelijker klaar
Mannen komen fysiologisch gezien niet makkelijker klaar dan vrouwen. Maar als de seks vooral gericht is op de penetratie, leidt dat bij de meerderheid van mannen tot een orgasme. Bij vrouwen is dat slechts 30 procent.
Als koppels zich tijdens de seks zowel richten op de stimulering van de clitoris als op de penetratie, dan komen vrouwen net zo makkelijk klaar als mannen.
Daar komt nog bij dat (met name de 50+) vrouwen al jong aangeleerd is om het plezier van een ander voorop te stellen. Dat maakt het moeilijker om tijdens de seks te focussen op het eigen genot. Tijdens de seks wind je elkaar op, maar op een bepaald moment mag je best voor je eigen hoogtepunt gaan.
3. Het lichaam geeft ‘zin’ aan
Vaak wordt gedacht: “Een man heeft een erectie, dus zin.” Maar dat is niet zo. Net zomin als dat een vrouw per se zin heeft als haar lichaam reageert op een prikkel. Er zit een groot verschil tussen lichamelijke opwinding en het gevoel van opwinding, oftewel zin om iets met de seksuele stimulatie te doen. Wel is het zo dat het mannelijke seksueel systeem iets makkelijker te prikkelen is dan dat van de vrouw. Dat heeft te maken met het hormoon testosteron, waarvan mannen meer hebben dan vrouwen, dat zorgt voor lichamelijke reactie op seksuele prikkels.
Dat heeft echter niets te maken met consent, verlangen of plezier. Het is puur ons brein dat een seksuele prikkel signaleert, waar ons lichaam vervolgens (automatisch) op reageert. Pas op het moment dat je iets leuks verwacht, ontstaat het gevoel van opwinding en de zin om ook echt iets met die seksuele prikkel te doen.
4. Ouderen hebben minder behoefte aan seks
Het is bepaald niet zo dat je op latere leeftijd minder behoefte zou hebben of minder zou kunnen genieten van seks. Uit onderzoek blijkt eerder het tegendeel. Zo duurt bij mannen het krijgen van een erectie over het algemeen wat langer (net zoals het bij vrouwen wat langer duurt voordat de vagina vochtig wordt), maar de waardering voor de seks is er niet minder om. Dat 10% van de mannen boven de 50 jaar potentie issues heeft, is meestal het gevolg van medicijngebruik, stress, zwaarlijvigheid, drank en roken. Dus niet van verminderde belangstelling of het niet kunnen.
Een goed seksleven blijkt op latere leeftijd zelfs meer ‘bevrediging’ te geven dan daarvoor. Dat komt doordat de sekspartners minder remmingen hebben, hun wensen durven aangeven, durven te experimenteren en nieuwsgieriger zijn. Het kunnen lachen om te hoge verwachtingen in plaats van erdoor gefrustreerd te raken is ook een belangrijk pluspunt. Onderzoek gaf aan dat het heel normaal is dat mensen boven de 70 (mannen en vrouwen) regelmatig seks hebben. Als je tenminste een vaste partner hebt. Wat natuurlijk niet voor iedereen vanzelfsprekend is.